Winkelwagen

Hij viel uit het speeltoestel van hoogte. Blijkbaar was het hard gegaan. De omringend spelende kinderen keken verschrikt, en al snel werd hij door een volwassen man uit het toestel getild. “Hij heeft pijn aan zijn arm en been”, zo berichtte mijn jongste over zijn oudere broer. Het was niet de eerste keer dat hij uit een speeltoestel was gevallen op vakantie, niet de eerste keer dat hij iets brak. Maar het was wel meer dan 5 jaar geleden. Ik pakte hem over van de man die hem van het speeltoestel tilde, hij zag bleek en keek pijnlijk. We stonden midden op het strand en zo snel ik kon tilde ik hem naar de handdoek. Ik voelde volgens een ritueel dat ik maar al te goed ken naar ribben, buik, bekken. Telde zijn pols, god wat zag hij bleek. “Mijn bovenarm en voet doen pijn”, zei hij. Ik zag zo snel geen duidelijke verwondingen en liet hem even met rust. Hij wilde slapen, ik telde nog een keer zijn pols. Rustige krachtige slagen stelden me enigszins gerust. Ik aaide zijn buik, en zijn hoofd en zo zaten we een tijdje terwijl de groep met wie we op vakantie waren zich om ons heen verzamelden en probeerden te achterhalen wat er nou precies was gebeurd. 

Na een tijdje onderzocht ik nog eens zijn voet en arm, en bleek hij er nog best veel mee te kunnen. Hij had zeker pijn, maar hij kreeg ook weer wat meer praatjes. Intussen ging iedereen weer verder met zijn/haar spel en bezigheden en lag hij nog bij mij.

Ik keek naar hem en besefte me dat er veel was veranderd in die 5 jaar. Ik wilde hem vasthouden en beter maken, maar ik voelde dat hij even zelf wilde onderzoeken en opstaan. Alsof hij onzichtbaar zei “Het is OK, laat me maar los”

Even later ging hij voor me zitten, iets van me af. Weer bleef ik naar hem kijken. Hij was geen klein jongetje meer, maar was een man aan het worden, een hele jonge nog weliswaar, maar het voelde alsof het hier plotseling begon. De onzichtbare zinnen gingen verder. “Ik kijk zelf wel even”, “Het komt wel goed”, “het lukt wel” Ik liet hem even gaan en wendde me af, staarde wat in de verte met hem in mijn ooghoek. Dacht aan hoe hij de laatste tijd zo zorgend was voor mij. Hoe hij me even aaide toen ik in de stoel bij de tandarts lag. Een “gaat het wel mam?”, als hij merkt dat ik ergens last van heb. 

Mijn opgroeiende zoon wil het steeds meer zelf doen. Wil steeds meer zorgen voor zichzelf en anderen. En ik moet nog af en toe wennen, maar laat het toe – en schrijf maar op wat hij onzichtbaar tegen mij zegt -😊💙